Windmolenpark N33

Zitting Raad van State Windpark N33

Ook de Stichting Landschap Oldambt heeft beroep ingesteld bij de Raad van State tegen de komst van het windpark N33. Het gros van de voor de hand liggende beroepsgronden hebben wij overgelaten aan de advocaten van het Platform Tegenwind N33. Wij hebben ons geconcentreerd op de aantasting van uniek landschap en op de in onze ogen onjuiste berekeningen van de geluidscontouren en fouten in het Rekenvoorschrift van geluid.

In de zitting op 28 en 29 januari hebben wij hierover vragen van de Staatsraad beantwoord. In dit nieuwsbericht beperken wij ons tot onze beroepsgronden.

Op 28 januari in alle vroegte mee afgereisd met de bus uit Meeden tezamen met medestanders en ondersteuners. In tegenstelling tot hetgeen het Dagblad van het Noorden ons meldt, was de zitting geen juridische haarkloverij. Iedereen kon het gesprokene goed volgen en begrijpen.

Toetsingskader

De Raad van State toetst een beroep slechts op twee aspecten. Kort gezegd komt het er op neer dat de Raad van State nagaat of er zorgvuldig is gehandeld. De feiten waarop een besluit is gebaseerd moeten dus kloppen (formele rechtsbeginselen). Daarnaast wordt getoetst op materiële rechtsbeginselen. Daarin is de Raad veel terughoudender en is het veel lastiger je gelijk te halen. Het gaat dan over de beginselen van zorgvuldig bestuur. Met andere woorden: ‘de burger moet netjes en eerlijk worden behandeld’. Reden waarom wij vooral hebben ingezet of er zorgvuldig is gehandeld. Wij hebben gekeken wat er in het MER-rapport (Milieu Effect Rapportage) over het hoofd is gezien of wat er feitelijk niet deugt in dit rapport. Aspecten dus waarop de molenbouwers ‘echt nat zouden kunnen gaan’. Tot nu toe zijn in zittingen van de Raad van State over andere windturbineparken nimmer de berekening van de geluidscontouren bestreden. Daarin zagen wij vooral onze kansen. Uiteraard hebben wij ook vernietiging van uniek cultuurhistorisch landschap als beroepsgrond aangevoerd.

Grote juridische belang

Het eerste dat tijdens de zitting direct opviel was de goede voorbereiding van de Staatsraad. Het leek of zij werkelijk alles hadden gelezen. Over wat duidelijk was uit de schriftelijke stukken werd in principe niets gevraagd. De bedoeling van de zitting is dat de Raad van State vragen stelt over schriftelijke uitwisseling van standpunten die voor de Staatsraad onvoldoende duidelijk zijn en niet dat we opnieuw onze standpunten naar voren brengen. Het tweede wat opvalt is dat de Raad van State deze zaak als zeer belangrijk ziet. Niet alleen vanwege de grote publiciteit en impact op de bevolking, maar ook door het aantal zeer fundamentele beroepsgronden die niet in andere procedures aan de orde zijn gekomen. Dit betreft o.a. ook de kritiek van de Stichting Landschap Oldambt op de rekenmethodiek, de rechtvaardigheidsgrond in de MER om een windpark te kunnen realiseren.

Eerste zittingsdag

Zo hebben wij aangegeven dat de getekende geluidscontouren niet kunnen kloppen omdat volgens het Rekenvoorschrift rekening moet worden gehouden met de heersende wind waardoor asymmetrische geluidscontouren zichtbaar moeten zijn. Verweerder heeft aangegeven dat gerekend is met een ‘worst case scenario’ met even sterke wind uit alle richtingen bij windstilte tot een lichte bries.
Op vragen van de Staatsraad gaf verweerder aan dat de uitdrukking ‘worst case’ hier niet juist was. Onze reactie: “Als gerekend wordt met windstilte tot een lichte bries begrijpen wij niet waarom u hier een windpark wilt realiseren” leidde tot luid applaus van het publiek uit Meeden. Aan de gezichtsuitdrukking van de Staatsraad bleek dat ook bij hen het kwartje viel. De voorzitter greep niet in om het publiek tot stilte te manen. Als aanvulling gaven wij aan dat volgens de Windkaart van Nederland ter plaatse moet worden uitgegaan van een gemiddelde windsnelheid van 7,5 à 8 m/s hetgeen overeenkomt met windkracht 4 à 5. De contouren kunnen dus niet kloppen en moeten bovendien asymmetrisch zijn. De voorzitter gaf aan dat ik verder niets hoef uit te leggen, Het was helemaal duidelijk.

Tweede zittingsdag

De landschappelijke aspecten kwamen de tweede dag aan de orde. Ook de advocaten hadden de kernkwaliteiten van het Oldambt naar voren gebracht. De voorzitter gaf aan dat veel gebieden bijzondere kernkwaliteiten hebben, maar wat maakt het Oldambt dan meer bijzonder dan andere gebieden. Na een korte stilte hebben wij aangegeven dat van de negen bijzondere regio’s in Groningen er twee zijn die een nauwe relatie hebben met de Wadden, Unesco wereld erfgoed. Het ene is het Middag-Humsterland (Reitdiepdal) en het Oldambt. De ontwikkeling en ontstaan van de Dollard en het Waddengebied zijn ondenkbaar zonder de ontwikkeling van het landschap van het Oldambt. De stormvloeden vanuit de Dollard waarvan de invallen tot aan Meeden reikten en het terugwinnen van het land op de Dollard hebben tot op de dag van vandaag hun zichtbare sporen in het landschap achtergelaten. In een Natrura2000 gebied plaats je toch ook geen windturbines? Een duidelijke uiteenzetting volgens de voorzitter. U bedoelt dus te zeggen dat daarom in dit gebied helemaal geen windturbines mogen worden geplaatst. De advocaten van de tegenstanders keken mij aan met een blijk van ‘dat hadden we nu echt nog moeten horen’. De Staatsraad meldde nog dat wij ook betoogd hadden dat de Rijksadviseur landschap niet om advies is gevraagd. Waaruit blijkt dat werkelijk alles door de Staatsraad minutieus is gelezen.

Welk belang onze beroepsgronden uiteindelijk zal hebben op de uitspraak is volstrekt niet te zeggen. Het is nu 12 weken afwachten. Deze lange tijd geeft al aan dat de Raad van State deze procedure van groot belang acht voor ook de komende procedures over windparken.